Consultatie- en adviesfunctie van het meldpunt Wvggz

Als een patiënt vrijwillig zorg accepteert, kan de huisarts verwijzen naar de GGZ. Ook als sprake is van een crisissituatie schakelt de huisarts met de crisisdienst van de GGZ. Bij het team OGGZ/Wvggz hebben we met name oog voor een zorg-mijdende groep mensen. 

In sommige gevallen is sprake van psychiatrische problematiek, middelengebruik of licht verstandelijk gehandicapt (LVG). Omdat deze mensen in een aantal gevallen niet zelf in behandeling wil, kan het voor de huisarts lastig zijn om deze mensen goed door te verwijzen en naar de juiste zorg te leiden. Zeker wanneer situaties ontstaan waarin mensen uit het zicht verdwijnen.

Sinds 1 januari 2020 is de Wet verplichte ggz in werking getreden, die daarmee de Wet BOPZ gedeeltelijk vervangt. Met de inwerkingtreding van de wet is ook het meldpunt Wvggz opgezet bij GGD Gelderland-Midden (team OGGZ/Wvggz). 
Niet iedereen die belt naar het meldpunt Wvggz wil direct een melding doen. Veel mensen, zowel burgers als professionals, bellen omdat ze advies willen over de mogelijkheden die de Wvggz biedt. In 2022 hebben ruim 100 consultatie- en adviesgesprekken plaatsgevonden. Er zijn 43 meldingen Wvggz gedaan. Hiervan zijn 30 meldingen afkomstig van een professional en 13 meldingen door een burger. Van alle 43 meldingen in 2022 is in 37 gevallen een verkennend onderzoek gestart. 

Niet acute situaties
Als er zorgen zijn over een patiënt en deze patiënt voldoet aan de criteria voor de aanvraag van verplichte zorg, kan de huisarts een melding Wvggz doen. Het betreft hierbij dus niet-acute situaties. 
De criteria zijn: 
1. Er is sprake van een psychische stoornis;
2. Er is sprake van ernstig nadeel. Dit ernstig nadeel komt voort uit de psychische stoornis;
3. Vrijwillige zorg is niet mogelijk óf niet toereikend.

Ook kan er altijd vrijblijvend met het meldpunt gebeld worden voor consultatie- en advies, om mee te denken welke mogelijkheden er nog zijn voor dat een aanvraag van verplichte zorg wordt gedaan. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de inzet van bemoeizorg. 

Casusvoorbeeld

Een huisarts belt naar het meldpunt Wvggz om advies in te winnen over mogelijk verplichte zorg aan een ongeveer 50-jarige patiënte. Mevrouw is haar woning verloren door een huurachterstand en woont op dit moment bij haar vader, die op leeftijd is. Ze veroorzaakt daar overlast en vertoont agressief gedrag. Haar vader wil haar niet op straat zetten. Omdat mevrouw onder meer nog voldoende ondersteuning ontvangt vanuit haar netwerk, lijkt er onvoldoende sprake van ernstig nadeel in het kader van de Wvggz. Later blijkt dat de situatie voor haar vader nauwelijks vol te houden is. Mevrouw wil niet meewerken aan hulpverlening en accepteert geen zorg. Samen met de gemeente en een zorgaanbieder ontzegt vader mevrouw de toegang tot de woning. Op het moment dat mevrouw vanuit die situatie dakloos wordt, is er aantoonbaar ernstig nadeel en voldoende reden om een verkennend onderzoek te starten door de GGD (team Wvggz).
Mevrouw gaat op straat leven, ze wil geen bemoeienis of welke vorm van ondersteuning dan ook. Mevrouw eet weinig, vermagert en ligt op een bepaald moment buiten in de vrieskou zonder slaapzak. Partijen als gemeente, politie en GGD maken zich zorgen om mevrouw. Om die reden is bemoeizorg ingezet om outreachend een oogje in het zeil te houden, gedurende de aanvraag van de zorgmachtiging. Dit heeft niet voorkomen dat mevrouw vanwege acute verslechtering van haar lichamelijke conditie op de SEH terechtkomt. Mevrouw verblijft in het ziekenhuis. Via het meldpunt is een aanvraag zorgmachtiging gedaan. Deze wordt twee weken later afgegeven door de rechtbank. Mevrouw ontvangt op dit moment de juiste zorg. 

Contactgegevens 
T: 088-3555200
E: wvggz@vggm.nl
Bereikbaar op werkdagen van 09.00u t/m 17.00u.