Wij plaatsen functionele- en statistieken cookies zodat deze site goed werkt en anoniem gemeten kan worden.
Voor cookies van derden hebben wij uw toestemming nodig. Meer informatie over deze cookies van derden.
Kinderziektes bij ouderen
In Nederland zijn er uitbraken van zogenoemde kinderziektes, zoals kinkhoest en bof. Kunnen ouderen eigenlijk ook ziek worden van kinderziektes? Bekijk het overzicht.
Kinkhoest, waterpokken, mazelen en bof
Wat als een oudere, woonachtig in een instelling, bezoek krijgt van een kleinkind met bof of de zesde ziekte? Of wat als een medewerker kinkhoest heeft? Lees hieronder wat het risico op (ernstige) ziekte is voor ouderen (zonder immuunstoornissen). De tabel geeft een overzicht van bescherming tegen de meest voorkomende kinderziektes bij ouderen.
Kinkhoest
Als iemand ooit kinkhoest heeft doorgemaakt, geeft dat geen levenslange bescherming. Kinkhoest kan je dus meerdere keren krijgen. Ook kinkhoestvaccinatie geeft geen levenslange bescherming. Meestal hebben mensen met een herinfectie minder ernstige klachten. Maar kinkhoest kan bij ouderen ernstig verlopen. Bijvoorbeeld als sprake is van onderliggend lijden, zoals hart- of longaandoeningen.
Kortom, als een oudere in contact is geweest met iemand met kinkhoest, dan is er risico op (ernstige) besmetting. Neem bij vragen contact op het meldpunt infectieziekten van de GGD.
Waterpokken
Waterpokken is endemisch in Nederland. Bijna iedereen (meer dan 95%) maakt dit als kind door. Dat kan ook subklinisch, dus zonder klachten te hebben. Het doormaken van waterpokken geeft levenslang bescherming. Het waterpokkenvirus kan overigens wel in het lichaam aanwezig blijven en op oudere leeftijd gordelroos (en post-herpetische pijn) veroorzaken. Dat kan voorkomen worden met een gordelroosvaccinatie.
Mazelen en bof
Ouderen geboren voor 1965 hebben in hun jeugd mazelen doorgemaakt, omdat mazelen toen nog veel voorkwam. Ze zijn levenslang beschermd. Mensen geboren na 1965 hebben niet altijd meer mazelen doorgemaakt. Vaak kunnen mensen het zich herinneren als ze mazelen hebben gehad (vanwege het flink ziek zijn).
Vaccinatie zorgt bij bijna iedereen voor levenslang bescherming. Besmettingen bij gevaccineerde personen komen soms voor en de infecties verlopen meestal mild. Heeft een oudere die mazelen heeft doorgemaakt of ooit is gevaccineerd contact gehad met een besmet persoon, dan is er geen risico op infectie en zijn verdere maatregelen niet nodig.
De meeste ouderen zijn ook beschermd tegen bof, omdat iedereen in Nederland geboren voor 1985 bof heeft doorgemaakt. Dat geeft levenslange bescherming. De bofvaccinatie werd in 1987 opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma. Vaccinatie geeft waarschijnlijk geen levenslange bescherming. Heeft een oudere contact gehad met iemand met bof, dan is er meestal geen risico op infectie en zijn verdere maatregelen niet nodig.
Verheffing parvovirus B19 (vijfde ziekte)
Momenteel zien we in Nederland vaker dan gebruikelijk infecties met parvovirus B19 (vijfde ziekte). Huisartsen zien veel infecties bij kinderen (5-14 jarigen). Als GGD krijgen we meer meldingen van uitbraken op scholen. Hoewel parvovirus B19 vooral een kinderziekte is (de vijfde ziekte), kunnen volwassenen en ouderen ook besmet raken als ze nog geen parvovirus B19 hebben doorgemaakt. Ongeveer 30 tot 60% van de volwassenen heeft parvovirus B19 doorgemaakt én is levenslang beschermd. Er is geen vaccinatie.
Ouderen lopen voor zover bekend geen risico op ernstig beloop van de infectie. Een infectie kan wel gevaarlijk zijn voor zwangeren (denk aan medewerkers) en mensen met immuunstoornissen. Heb je vragen? Contact het meldpunt infectieziekten GGD.
Overzicht bescherming ouderen (zonder immuunsysteem) tegen kinderziektes.